Afvalwater, CO₂ en plastics gebruiken als energiebron of grondstof: het is een van de belangrijkste vragen waar professor Korneel Rabaey elke dag zijn hoofd over breekt. En waarvan hij het antwoord dichterbij ziet komen, dankzij het onderzoeksplatform CAPTURE, dat deels zijn geesteskind is. Dat er nu ook een fysiek onderzoekscentrum opent, is de extra stroomversnelling waar hij al jaren naar toewerkt.
Spreek gerust over een moment waar hij al jarenlang over droomt: de opening van het onderzoekscentrum CAPTURE. In juni is het zover. “Ik had me het officiële moment altijd wel grootser voorgesteld. Door corona zullen er nu amper tien mensen aanwezig zijn. Maar toch blijft het een belangrijk moment. Dit is het echte startpunt van CAPTURE. Binnenkort zijn we niet langer een virtueel, maar ook een fysiek onderzoekscentrum”, vertelt Korneel.
Dat vertellen doet hij op een gepassioneerde manier. Met zijn onderzoeksgroep (vakgroep Biotechnologie) zet hij al jaren in op duurzaamheid, vooral op vlak van elektrificatie. “De transitie die we vandaag zien, dat elektriciteit de energiebron wordt van heel wat processen, interesseert me sterk. Dat gaat veel verder dan elektrische wagens: eigenlijk kunnen we de hele watersector elektrificeren. En zelfs de hele industrie. Windmolens hebben we nodig om elektriciteit op te wekken. Met die elektriciteit kan je waterstof maken, en daarmee kan je de CO₂-uitstoot van een fabriek in een product omzetten.”
Om dat onderzoek naar de praktijk te vertalen, stond hij een aantal jaar geleden mee aan de wieg van onderzoeksplatform CAPTURE. Dat platform wil een brug bouwen tussen de wetenschappelijke en de industriële wereld. Korneel: “Als je wil innoveren, is een nauwe samenwerking met de industriële wereld essentieel. Vandaag gebeurt onderzoek vooral op vraag van de industrie. Dat is oké, maar dan denk je meer op korte termijn. Het is veel duurzamer om vanuit wetenschappelijk onderzoek te vertrekken. Dat leidt veel meer tot langetermijndenken.”
CO₂ omzetten in groene brandstof, bijvoorbeeld, is allesbehalve goedkoop. Maar als je de investering doet, vermindert dat de CO₂-uitstoot drastisch én bespaar je tegelijkertijd op andere brandstoffen. Korneel: “Op lange termijn loont het wel degelijk. Je moet naar het volledige verhaal kijken.”
Als voorbeeld haalt hij een demofabriek aan die CO₂ zal recycleren tot groene methanol. Het is onderdeel van het North-C-Methanol project, dat Korneel met CAPTURE mee op poten zette. Korneel: “Als alles goed gaat, produceren ze binnen een aantal jaar zo’n 46.000 ton methanol per jaar. Ter vergelijking: voor een gelijkaardige CO₂-reductie heb je ongeveer 6 miljoen bomen nodig.”
De lange weg naar een klimaatvriendelijke industrie
Het is een eerste stap naar een klimaatvriendelijke industrie. Maar de weg is nog lang. Bovendien moet je met heel wat dingen rekening houden als je niet verloren wil lopen. Dat beseft Korneel maar al te goed. Daarom vindt hij het belangrijk om zich te omringen met mensen uit verschillende onderzoeksgroepen. Korneel: “Innoveren kan je niet alleen. Met CAPTURE willen we mensen met verschillende expertises aan elkaar koppelen. Je hebt die kruisbestuiving nodig. Er komt bijvoorbeeld heel wat bij kijken om CO₂ om te zetten in groene energie: je hebt mensen nodig die zich bezighouden met de technologie om CO₂ op te vangen, om de stof te converteren naar een nuttig product en om dat op te zuiveren. Maar ook mensen die economisch rekenen, de link met bedrijven leggen en mensen die zich afvragen of dit eigenlijk wel is wat de maatschappij wil en waarom. Die moeten kunnen samenwerken, ook fysiek.”
De stap naar een fysiek onderzoekscentrum
Dat er nu een fysiek onderzoekscentrum komt, betekent een stroomversnelling voor alles wat Korneel zo enthousiasmeert. Het gebouw ligt op Eiland Zwijnaarde, de bedrijvenzone waar ook het VIB binnenkort zijn hoofdkwartier optrekt. Het is opgetrokken met een aantal innovatieve en duurzame technologieën. Ter illustratie: de toiletten scheiden de urine van de ontlasting en het toiletpapier, zodat er minder energie nodig is om het water te zuiveren. “We hebben ervoor gezorgd dat ons nieuwe gebouw klaar is voor een duurzame toekomst.”
Korneel kijkt er naar uit om er aan de slag te gaan. “Het komt al die verschillende samenwerkingen natuurlijk alleen maar ten goede: de stap naar andere onderzoeksvelden of naar de industriële wereld is veel sneller gezet als je onder hetzelfde dak werkt.”
In het nieuwe gebouw zijn er twee verdiepingen voor de industriële wereld. De andere drie verdiepingen zijn voor onderzoekers. “Het is de bedoeling dat we een open market place zijn”, verduidelijkt Korneel. “Iedereen die uitblinkt in een bepaald thema is welkom op het moment dat we aan dat thema werken. Dan kunnen ze hier hun meetings plannen, een labo inschakelen of een deel van de technologiehal in beslag nemen. Allemaal met hetzelfde doel: innovatieve technologieën opzetten om CO₂, water of plastics om te zetten in groene energie.”
Meer weten?
www.capture-resources.be
Foto bovenaan: 'Wild van vorm'
Lees ook
Ken jij dit plekje aan de UGent?
Herken jij deze UGent-locatie? Een balustrade die al door zoveel handen is vastgehouden. Zijn de gouden bollen op de muur een punt van herkenning? Of dat blauwe strookje daar onderaan, weet jij bij wat het hoort?
Ken jij dit plekje aan de UGent?
Herken jij dit gebouw? Een mozaïek van verschillende soorten glas. Als een symbool voor de universiteit, met de enorme mix aan opleidingen, onderzoeksdomeinen, nationaliteiten, …
UGent-virologen leveren strijd tegen virussen in nieuw onderzoeksgebouw
Professor Xavier Saelens en zijn team werken elke dag aan nieuwe en verbeterde vaccins en geneesmiddelen tegen griep- en coronavirussen. Dat doen ze vanaf nu in een nieuw onderzoeksgebouw. “Ons uiteindelijke doel: zieke mensen helpen.”
De stiltekamer: een oase aan rust in een drukke omgeving
Op de faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen is er sinds dit academiejaar de stiltekamer. Het is een prikkelarme ruimte waar je terechtkan voor een gebed, meditatie, yoga, of gewoon om even tot rust te komen. Vicerector Mieke Van Herreweghe en decaan Ann Buysse lichten het belang van zo’n ruimte toe.