Een pareltje, dat is de bibliotheek van de faculteit Ingenieurswetenschappen en Architectuur van de UGent. Ze werd dan ook ontworpen door twee van de meest beloftevolle Belgische architecten: David Van Severen en Kersten Geers. In het voormalige fysicalab hebben ze zelf nog les gevolgd.
Wanneer wist je dat je architect wou worden?
David Van Severen: ‘Moeilijk te zeggen. Ik ben altijd al geïnteresseerd geweest in ontwerpen. Vaak zat ik in het atelier van mijn vader (designer Maarten Van Severen, n.v.d.r.) om dingen te bedenken, uit te tekenen en zelf te maken. Mijn liefde voor de architectuur is wellicht ook aangewakkerd door mijn vader. Zelf was hij geen architect, maar had wel een passie voor mooie gebouwen. Hij nam ons overal mee naartoe. Op mijn vijftiende hebben we in Barcelona bijvoorbeeld het paviljoen bezocht van Mies van der Rohe, dat een diepe indruk op mij maakte. Toen ik een studierichting moest kiezen, heb ik nog even aan productontwikkeling gedacht, maar uiteindelijk ben ik toch voor architectuur gegaan.’
Je schreef je in aan de UGent en niet in een academie?
‘In het middelbaar had ik een sterk wiskundige richting gevolgd. Dat sloot goed aan bij de opleiding van ingenieur-architect, en die kun je alleen aan de universiteit volgen. Dat de lessen aan de universiteit veel technischer waren en zich meer op structuur focusten, vond ik niet per se een nadeel. Architectuur draait voor mij in wezen om structuur. De technische vakken werden trouwens aangevuld door boeiende ateliers, onder meer geleid door Stéphane Beel. En in zijn lessen daagde professor Mil De Kooning ons uit om eigenhandig replica's te maken van bestaande ontwerpen. Daar heb ik veel van opgestoken. Het diploma van ingenieur-architect is bovendien heel veelzijdig. Je kunt een puur technische kant uitgaan, maar je kunt ook theoretisch onderzoek doen of architect worden. Of lesgeven. Kersten en ik doceren allebei aan Harvard.’
Wat was je ambitie toen je afstudeerde?
'Ik wou vooral zo snel mogelijk aan de slag. Ik kreeg de kans om te beginnen in het bureau van Stéphane Beel en Xaveer De Geyter, die op dat moment onder meer het faculteitsgebouw Economie en Bedrijfskunde en het Ufo van de UGent ontwierpen. Ik werkte er vier dagen in de week. Op die manier had ik nog drie dagen vrij - vrijdag, zaterdag en zondag - om met eigen projecten bezig te zijn, samen met Kersten.'
In 2011 mochten jullie voor de UGent de faculteitsbibliotheek Ingenieurswetenschappen en Architectuur ontwerpen.
‘We waren heel blij dat we die wedstrijd hadden gewonnen. We hebben zelf nog lessen fysica gevolgd in het laboratorium, dat in die tijd al wat afgeleefd was. Het is een geslaagde bibliotheek geworden, maar het is ook een plek waar mensen graag naartoe 27 komen om te studeren, zo horen we vaak. De bibliotheek straalt blijkbaar iets rustgevends uit.’
Vanuit welk idee zijn jullie vertrokken voor het ontwerp?
‘Eigenlijk is de bibliotheek een heel grote boekenkast die tegelijk ruimte creëert. Een meubelstuk, de kast, wordt met andere woorden architectuur. Door geperforeerde panelen naar beneden te schuiven maak je van de bibliotheek een evenementenzaal. Dankzij die panelen zijn de boeken beschermd, terwijl ze toch zichtbaar blijven. Het eisenprogramma voor deze opdracht was erg complex, maar de ingreep straalt rust uit. Dat is iets waar we heel erg mee bezig zijn: hoe breng je in een ingewikkelde context toch eenvoud? Niet dat we per se naar minimalisme streven. We willen veeleer een kader creëren dat mogelijkheden schept.’
Hoe gaan jullie te werk bij het uitdenken van een concept?
‘Meestal is de vraagstelling vrij ingewikkeld. Eerst laten we alles even bezinken. We proberen niet rechtstreeks een antwoord te formuleren, maar zoeken naar een andere invalshoek. Zo is ook het idee voor de bibliotheek ontstaan. Het concept van de kast bood een oplossing voor alle praktische problemen: hoe kun je de zijkamers laten aansluiten op de hoofdruimte, hoe zorg je ervoor dat je controle behoudt over wie binnen- en buitengaat enz.’
Wat wil je nog bereiken in de toekomst?
‘Dat we nog lang kunnen blijven doen wat we nu doen. En dat we kunnen blijven bijleren. Aan de universiteit krijg je veel kennis mee, maar door te ontwerpen leer je nog elke dag bij. Architectuur is heel boeiend omdat elk ontwerp een prototype is. Je komt telkens voor nieuwe vraagstukken te staan.’
Nog een tip voor startende architecten? Welke fouten moeten ze vermijden?
‘Tja, fouten …. Uit alles wat je doet, leer je. Zelf hebben we nooit echt een strategie gehad. We gaan vaak op ons gevoel af. Het belangrijkste is volgens mij dat je doet waar je zin in hebt, en vooral: dat je jezelf blijft.’
Lees ook
Industrieel Ontwerpen: één richting, meerdere wegen
Vier alumni blikken terug op hun opleiding en de richting die ze uiteindelijk uitgingen. Wat begon op dezelfde weg leidde naar andere oorden. Pauline, Rob en Alyssa studeerden alledrie industrieel ontwerpen.
UGent-alumnus van het jaar: wie waren de eerdere laureaten?
De verkiezing van UGent- alumnus van het jaar is een nog jonge traditie aan de UGent, maar wel een blijver. Want de UGent zou geen UGent zijn zonder onze alumni. Daarom huldigen we jaarlijks een oud-student die een bijzondere prestatie heeft neergezet. Welke alumni kregen de titel al?
Alumna Margo woont en werkt in de VS: in welk Amerika werd zij wakker?
Margo Vansynghel zwaaide in 2012 aan de UGent af met een master in de kunstwetenschappen. Ondertussen werkt ze als ‘Arts Economy reporter’ voor The Seattle Times. Hoe kijkt zij naar de uitslag van de Amerikaanse verkiezingen?
Alumnus Zhong is ondernemer in de VS: in welk Amerika werd hij wakker?
Zhong Xu woont afwisselend in Londen en New York van waaruit hij leiding geeft aan ‘unicorn’ Deliverect, een onderneming met een waarde van meer dan 1 miljard dollar. Hoe kijkt hij naar de uitslag van de Amerikaanse presidentsverkiezingen?