Waarom de wetenschap bruggenbouwers als Ajit Shetty nodig heeft

“Als je tot de wereldtop behoort, komt de wereld naar je toe.” Dat is het uitgangspunt van dr. Ajit baron Shetty. Als topman bij Janssen Pharmaceutica bracht hij de wereld naar Beerse, en als voorzitter van het Vlaams Instituut voor Biotechnologie (VIB) helpt hij bruggen bouwen tussen de UGent en de wereld.

Dat Ajit Shetty tot de absolute top behoort, is een feit: bijna iedereen die ook maar iets te maken heeft met farmaceutische wetenschappen, kent hem. Het is een van de redenen waarom professor Dieter Deforce (vakgroep Farmaceutische Wetenschappen) hem voordraagt als eredoctor. “Ajit verbeterde ons onderzoeksgebied op heel wat manieren, zoals zijn verbindende manier van werken. Elke student aan onze faculteit weet wie hij is, en wat hij heeft verwezenlijkt.”

Lovende woorden die hem, ondanks zijn traject, toch nog verlegen maken. “Dit eredoctoraat betekent heel veel voor mij, zeker omdat het van een universiteit komt die tot de wereldtop behoort.”

Facilitator

Bescheiden hoeft hij nochtans niet te zijn. Een van zijn grote verwezenlijkingen bewijst zijn grootste kracht: een facilitator die de link kan leggen tussen wetenschappelijk onderzoek en de bedrijfswereld. In 2004 bouwde hij een nagelnieuw onderzoeks- en ontwikkelingscentrum van farmagigant Johnson & Johnson, met een prijskaartje van 68 miljoen euro.

Niet op Amerikaanse grond, maar op dat van dochterbedrijf Janssen Pharmaceutica in Beerse. Het laboratorium doet wetenschappelijk onderzoek naar geneesmiddelen tegen onder andere kanker. Zijn initiatief leidde in 2004 tot zijn titel ‘Manager van het jaar’.

Bruggen bouwen

En dat is net wat Ajit Shetty als geen ander kan. “Ongelooflijk hoeveel mensen Ajit kent”, vertelt Dieter Deforce. “Overal ter wereld kent hij wel iemand. Dat komt niet alleen door zijn ervaring, maar ook door zijn uitzonderlijk warme persoonlijkheid. Hij helpt ons connecties te leggen.”

Ajit Shetty: “Het is als een vicieuze cirkel. Als je tot de top van de wereld behoort, komen toponderzoekers van over hele wereld automatisch naar je toe. Of dat nu in Beerse is of in Brussel. Dat leerde ik van topper Paul Janssen, die de thuisbasis van Janssen Pharmaceutica regelmatig moest verantwoorden tegenover Amerikanen.”

“En dat is ook zo bij het VIB. Hier werken onderzoekers uit 70 verschillende landen. Dat is een belangrijke reden waarom het instituut tot de absolute wereldtop behoort: ‘het slaat zijn vleugels uit over de hele wereld en bouwt bruggen met andere instellingen.” Dieter Deforce treedt hem bij. “Belgische studenten voelen zich vaak te sterk verbonden met hun thuisbasis. Maar om onderzoek te voeren op wereldniveau, moet je durven vliegen. Het is essentieel om overal ter wereld ervaring op te doen, en zo je kennis op te bouwen.”

Vrijheid en ruimte om te innoveren

Een man van de wereld is Ajit Shetty alleszins, al sinds hij zijn eerste stappen in de wetenschappelijke wereld zette. Hij studeerde in India, haalde zijn doctoraat in Europa en zijn MBA in Amerika. Zijn doctoraat behaalde hij trouwens aan Cambridge University onder de vleugels van Sir Lawrence Bragg, die op zijn 25ste de jongste Nobelprijswinnaar ooit werd.

Ajit Shetty: “Ik heb geluk gehad met zoveel inspirerende mentoren, zoals Sir Lawrence Bragg. Later was dat Paul Janssen, volgens mij een van de grootste farmaceutische onderzoekers in de geschiedenis. Allebei hebben ze me geleerd dat alles begint met goed onderzoek.”

“Zo herinner ik me een anekdote tijdens mijn beginjaren bij Janssen Pharmaceutica. Iemand had me gezegd dat de onderzoekers moeten registreren waaraan ze hun tijd besteden. Tot Paul Janssen me plots bij hem riep. ‘Ajit, mijn onderzoekers doen onderzoek. Ze moeten zich niet bezighouden met andere dingen. Het is heel simpel: ofwel slaagt hun onderzoek, ofwel faalt het. Geef onderzoekers daarom de tijd om te slagen. Als jij wil weten wat ze met hun tijd doen, kom naar mij en dan bekijken we dat wel samen.’ Dat was voor mij een ongelooflijke les: behoud als manager je gezond verstand in plaats van alles zo te controleren. Geef onderzoekers de ruimte, de vrijheid en de kans om te innoveren.”