Eline Pottie is verslaafd aan drugs, aan het onderzoeken ervan toch. Als postdoc gaat ze na hoe psychedelica werken en waar het effect vandaan komt. “Ik vind het fascinerend dat we nog altijd niet weten waarom die drugs ons doen hallucineren.”
“Drugs intrigeren me”, vertelt Eline Pottie. “Tijdens mijn studies farmaceutische wetenschappen raakte ik gefascineerd door de vraag: hoe kan een minimolecuul nu zo’n gigantisch effect hebben? Kleine pilletjes zijn bijvoorbeeld in staat je bloeddruk te verlagen. En psychedelische drugs laten je hallucineren.”
Toen ze na haar master in de geneesmiddelenontwikkeling de kans kreeg om te doctoreren in het labo voor toxicologie, twijfelde ze dan ook geen seconde. Haar domein: het effect van psychedelische drugs op het lichaam.
Je zou kunnen denken dat we de effecten van psychedelische drugs ondertussen wel al kennen. Maar dat is dus niet zo?
Eline Pottie: “We kennen de langetermijneffecten van drugs die al even op de markt zijn — zoals LSD, psilocybine (paddo’s, n.v.d.r.) en mescaline. Maar op welke manier die psychedelica zorgen voor hallucinatie, dat weten we niet. Bovendien zijn mensen nieuwsgierig naar nieuwe stoffen. Er komen steeds nieuwe drugs, met nog meer effect. Of ze zoeken nieuwe drugs die nog niet op de lijst van verboden middelen staan en proberen zo de wetgeving te omzeilen. Van die nieuwe middelen kennen we de effecten helemaal niet.”
Hoe meet je die effecten dan precies?
“Simpel gezegd: ons team heeft een test ontwikkeld om het effect van psychedelica op het niveau van cellen te meten. We brengen psychedelische drugs in contact met een cel en kijken hoe die reageert. Of beter gezegd: hoe een deel ervan reageert. Cellen bestaan uit eiwitten, met onder andere eiwitten die dienen als ‘boodschapper’. Vroeger was er de overtuiging dat al die boodschappers in een cel even sterk reageren op drugs. De laatste jaren is dat veranderd. Nu weten we dat niet alle boodschappers even sterk reageren. Ik probeer te achterhalen welke dat zijn, om zo te ontrafelen wat er nu precies gebeurt.”
Hoe zie je of een eiwit al dan niet reageert?
“Daar gebruiken we een luciferase-eiwit voor. Die vind je ook in glimwormen en lichtgevende kwallen. Zodra ze geactiveerd worden, bijvoorbeeld door psychedelica, geven die eiwitten licht. Zo krijg je dus een indicatie dat er een reactie is.”
En zo kan je afleiden wat het effect van die stof is op mensen?
“Niet helemaal. Het is niet omdat een cel reageert op een stof, dat je lichaam op dezelfde manier reageert. Waarom? Afhankelijk van hoe je de drugs inneemt, komen ze op een bepaalde plek in je lichaam terecht. Als ze niet op de ‘juiste’ plek terechtkomen, kan het zijn dat je lichaam niet reageert op de drugs. Met andere woorden: het is niet omdat de cel in ons labo reageert op psychedelica, dat je lichaam daarom reageert. Maar het geeft wél een indicatie.”
Waarom voeren jullie dat onderzoek? Om te voorkomen dat er gevaarlijke drugs op de markt komen?
“Wij willen vooral weten in welke mate de cellen reageren. Die reacties kan je niet een op een linken aan de psychedelische effecten of aan mogelijke gevaren. Dat komt simpelweg omdat de wetenschap helemaal nog niet weet wat die stof nu precies psychedelisch maakt. Door te weten te komen hoe cellen reageren, kan je meer te weten komen over de gevaren ervan, maar ook over mogelijke opportuniteiten. De laatste jaren exploreren wetenschappers of je met psychedelica depressies kan behandelen, bijvoorbeeld. Onder begeleiding van therapeuten, natuurlijk.”
Wat hoop je met je onderzoek te bereiken?
“Mijn droom is om een verschil te ontdekken tussen psychedelische en niet-psychedelische stoffen op celniveau. Hoewel ik meteen realistisch moet zijn: in de Verenigde Staten doen grote groepen daar al onderzoek naar. Zij pompen miljoenen dollars in dat onderzoek, dus het is moeilijk om te concurreren. Ik zou het dus al fijn vinden om iets kleins bij te dragen in dat verhaal.”
Hoe weten jullie trouwens wanneer er nieuwe middelen zijn? Doen jullie veldonderzoek?
“(lacht) Zo werkt het niet. We baseren ons enerzijds op rapporten van Europese instanties die signaleren wanneer er nieuwe, zorgwekkende stoffen opduiken. Daarnaast baseren we ons op het boek ‘PIHKAL: A Chemical Love Story’. Dat is geschreven door een chemicus die zelf nieuwe stoffen maakte én ze testte. De dingen die daarin staan, zijn heel waardevol voor ons.”
En de drugs zelf, waar komen die vandaan? Vermoedelijk niet van een dealer?
“(lacht) Nee, dat klopt. Ons labo heeft een vergunning om bepaalde kleine hoeveelheden van die stoffen te kopen bij chemische firma’s.”
Je komt dagelijks in contact met drugs. Ben je ooit in de verleiding gekomen om zelf iets uit te testen?
“Zeker niet. Ik denk dat ik intussen te veel weet daarvoor. Ik leef niet in de illusie dat drugs geen kwaad kunnen. Integendeel: ze kunnen heel akelig zijn.”
Eline Pottie postdoctoraal onderzoeker aan de UGent. Ze werkt in het laboratorium voor toxicologie. Haar favoriete plekje aan de UGent: de grote trappen aan het nieuwe gebouw van de faculteit Farmaceutische Wetenschappen. Het liefst in het zonnetje.
Lees ook
De vooruitblik: wat brengt 2023 voor de ‘war on drugs’?
“In 2022 zagen we een stijging van het drugsgeweld in ons land. Mensen willen daar graag meteen een oplossing voor. Helaas, er is geen mirakeloplossing, dus ook in 2023 zal het niet meteen verdwijnen.” volgens professor drugsbeleid en criminologie Charlotte Colman.
Designer drugs worden opspoorbaar
Doctoraatsstudente Annelies Cannaert (Laboratorium voor Toxicologie) ontwikkelde een drugstest die ook designer drugs kan opsporen. Ze kreeg er een prestigieuze Scientific Award voor van het European Monitoring Centre for Drugs and Drug Addiction (EMCDDA).