Schermen zijn alomtegenwoordig in het leven van onze jongeren. Hoeveel zorgen moeten we ons daarover maken? Professor Mariek Vanden Abeele (imec-mict-UGent) analyseert de lasten en lusten van digitale verbondenheid bij jongeren, en vertelt ons hoe we kunnen waken over een gezonde schermtijd.
1. Houd de schermtijd goed in balans
Ja, onze jongeren zitten vaak voor een scherm. Maar nee, verslaafd zijn ze niet. Professor Mariek Vanden Abeele: “De afhankelijkheid is groot, maar er zijn ook heel wat voordelen aan verbonden. Dat is het verschil met een verslaving. Het is gewoon leuk om videogames te spelen of te grappen met vrienden op sociale media. Digitale platformen helpen jongeren zichzelf te ontplooien. Soms ontdekken ze dankzij een online community wie ze zijn, waardoor ze zich beter voelen.”
Mariek vergelijkt de digitale verbondenheid daarom graag met eten. “Het is noodzakelijk, maar een gezonde balans is belangrijk. Hoeveel en wat je consumeert, maakt een wereld van verschil.” Het smartphonegebruik van onze jongeren hoeft dus niet problematisch te zijn, noch hoef je de smartphone uit hun leven te bannen.
2. Laat hobby’s niet vallen voor meer schermtijd
Mariek: “Als je elke dag drie uur gamet, schiet er weinig tijd over voor je studies, hobby’s, vrienden, nachtrust… Het welzijn van jongeren staat onder druk zodra ze snoeien in andere tijdsbestedingen.”
Dat kan je als ouder bewaken. Maar ook de peer group is daarbij erg belangrijk, vindt Mariek: “In de vriendenkring van mijn dochter heeft één iemand tijdelijk TikTok afgezworen. Zijn beslissing veroorzaakt een rimpeleffect in de vriendenkring: ook mijn dochter heeft nu een begrenzing op TikTok ingesteld. We noemen dat een proces van sociaal leren, beïnvloed door de agents of socialization. Dat zijn leeftijdsgenoten, ouders, leerkrachten en rolmodellen in de media.”
Toch kan je de verantwoordelijkheid niet volledig in de schoenen schuiven van de jongeren en hun omgeving: “Ook de industrie die de online platformen ontwikkelt én de wetgevers moeten reflecteren over de mogelijke gevaren van te veel digitale connectiviteit.”
3. Laat je smartphone links liggen als je je moet concentreren
De smartphone is een grote stoorzender. Door de continue meldingen, of simpelweg door in dezelfde ruimte te zijn. Die voortdurende afleiding maakt het moeilijk om je te concentreren, wijst allerlei onderzoek uit. Mariek: “Daarom zou het vanzelfsprekend moeten zijn om de smartphone te bannen tijdens de les.”
Anderzijds moeten scholen de vrije tijd van leerlingen respecteren, aldus Mariek: “Tieners ontvangen vaak buiten de schooltijden berichten via Smartschool, waardoor de grens tussen schooltijd en vrije tijd vervaagt.” Gelukkig stellen meer en meer scholen duidelijke afspraken op over Smartschool.
4. Leer omgaan met negatief online gedrag
Kinderen en jongeren komen via de telefoon heel makkelijk in contact met pornografische of gewelddadige beelden. Of ze worden beïnvloed door de perfecte plaatjes van influencers of door pro-anorexiacoaches op sociale media. Ook cyberpesten is een gevaar voor het welzijn.
Mariek: “Belangrijk is dat jongeren leren omgaan met negatief online gedrag, en dat we hen bijvoorbeeld leren hoe ze fake news kunnen herkennen. Dat is natuurlijk niet alleen de verantwoordelijkheid van ouders: hier moet een breed maatschappelijk en democratisch debat over komen”, concludeert Mariek. “En in het onderwijs moet meer ruimte komen om die thema’s aan bod te laten komen.”
Die mediaopvoeding begint trouwens beter al in het lager onderwijs: uit het Apestaartjarenonderzoek blijkt dat 70% van de kinderen in het zesde leerjaar een smartphone heeft, en de helft op sociale media zit.
5. Beperk schermtijd voor slapengaan
Op je smartphone tokkelen in bed is slecht voor de slaapkwaliteit. Daarom las je voor het slapengaan beter een offline moment in om cognitief tot rust te komen.
6. Stel duidelijke regels op rond schermgebruik
Om de mogelijke gevaren onder controle te houden, moeten scholen en ouders nog meer beleid durven maken, vindt Mariek: “Mijn ervaring is dat jongeren zélf geen voorstander zijn van laks beleid. Ze staan open voor duidelijke regels rond smartphonegebruik. Daarbij geef je jongeren het beste zo veel mogelijk inspraak. Die autonomie is belangrijk voor hen: zo geef je ze het gevoel dat ze mee beslissen. Valt het beleid in de praktijk tegen, geen probleem: pas het dan weer aan. ”
De boodschap is duidelijk: de smartphone helemaal bannen, vindt Mariek geen optie. Daarvoor heeft digitale connectiviteit net iets te veel voordelen. Wel moeten we met zijn allen de mogelijke gevaren bewaken. En die verantwoordelijkheid ligt niet alleen bij jongeren en hun omgeving, maar ook bij scholen of zelfs hobby- en sportclubs, bij beleidsmakers en bij – misschien in de eerste plaats – de techbedrijven.
Mariek Vanden Abeele onderzoekt de gevolgen van digitale verbondenheid op de maatschappij en werkt mee aan het tweejaarlijks Apestaartjarenonderzoek, dat de digitale leefwereld van Vlaamse en Brusselse jongeren in kaart brengt.
Lees ook
UGent en spelers in de kinderopvang slaan de handen in elkaar voor een betere kinderopvang
De komende vier jaar loopt er via de Leerstoel Kinderopvang een onderzoek aan de UGent naar de pedagogische kwaliteit van de kinderopvang in Vlaanderen. Het onderzoek komt er door een unieke samenwerking van belangrijke private en publieke spelers in de kinderopvang.
Mag dit online? Vijf tips om veilig vakantiefoto’s van je kinderen te delen
Schattige babyfoto’s, de eerste schooldag van je peuter of binnenkort de vakantiefoto’s met de kinderen. Ouders delen graag foto’s van hun kinderen. Maar het online delen van die foto’s brengt ook risico’s met zich mee. Doctoraatsonderzoeker Elisabeth Van den Abeele geeft tips hoe je er als ouder best mee omgaat.
Testament maakt het verschil bij kinderen met motorische ontwikkelingsstoornis
Ooit al gehoord van DCD? Bijna één op de vier huisartsen alvast niet. Nochtans komt het vaak voor en is een vroege detectie noodzakelijk om de impact te beperken. Dankzij het geld van een testament zetten UGent-onderzoekers de aandoening nu op de kaart.
Psychologe Ann Buysse: “We kunnen veel leren van niet-traditionele gezinsvormen”
“De huidige diversiteit aan gezinsvormen is een rijkdom”, zegt professor Ann Buysse, decaan van de faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen. Ze schreef een boek over samenleven en hoe we met elkaar omgaan. Daarin besteedt ze ook aandacht aan het gezin (in alle vormen) en de relatie kind-ouder.