Vier alumni blikken terug op hun opleiding en de richting die ze uiteindelijk uitgingen. Wat begon op dezelfde weg leidde naar andere oorden. Alexander, Nikki, Bart en Eline studeerden allevier toegepaste taalkunde. De passie voor talen is er nog steeds en komt bij elk van hen op een andere manier tot uiting in hun job.
Alexander Demey: “Streef je dromen na, zo krijg je je droomjob”
“Ik was al van jongs af aan gepassioneerd door talen. Zelfs in het lager had ik al minder moeite met Frans dan met wiskunde. Ik wist dus snel dat ik talen wou studeren, alleen nog niet welke. Na een reis naar het Midden-Oosten wist ik wel dat het geen voor de hand liggende taal zou worden. Het werd uiteindelijk de combinatie van Turks en Duits.
Ik heb nooit getwijfeld, maar makkelijk was het niet. Ik kreeg veel tegenwind vanuit mijn omgeving. ‘Wat ben je met Turks?’, vroegen veel mensen zich af. Na mijn studies toegepaste taalkunde zat ik tien maanden in Griekenland voor een postgraduaat, en zo kon ik mijn Grieks bijschaven. Later ging ik heel bewust op zoek naar een job waar ik zowel Turks, Duits als Grieks kon spreken. Die vond ik in Athene, eerst in een callcenter en sinds twee jaar voor de Duitse ambassade. Een van de vereisten? Grieks, Duits en Turks kunnen. De job leek wel op mijn lijf geschreven en ik heb wat ik altijd al wilde: al mijn talen kunnen gebruiken. Zo’n droomsituatie zie je alleen bij mensen die hun passie nastreven.”
Eline Serlet: “Ik hou ervan om mijn talen in de praktijk te gebruiken”
“In het middelbaar deed ik Latijn-Wiskunde en was ik geïnteresseerd in enorm veel dingen. Toen ik in mijn laatste jaar op infoavonden ging van universiteiten, werd ik overdonderd door de opties. Farmacie, burgerlijk ingenieur, onderwijs, … allemaal domeinen die me interesseren.
Uiteindelijk heb ik voor Toegepaste Taalkunde gekozen omdat talen me toch het nauwst aan het hart liggen. Dat het een richting is waarin je je talen ook echt gebruikt, was voor mij heel belangrijk. Tijdens mijn master meertalige communicatie viel het echt als een puzzel in elkaar. De presentaties maken, het schrijven en leren over de culturen, dat vond ik bijzonder interessant.
Nu ben ik content marketeer. Ik schrijf artikels, maak video’s, werk communicatieplannen uit en vertaal nog regelmatig dingen. Vaak in het Nederlands, maar ook regelmatig in het Engels en het Frans. Hoewel ik het soms mis om intensief met talen bezig te zijn, vind ik het wel heel fijn om op zo’n praktische manier taal te gebruiken. Dat is het fijne aan Toegepaste Taalkunde: je kan er veel richtingen mee uit.”
Nikki Blijweert: “Ik probeer mijn passie voor talen door te geven aan mijn leerlingen”
“Ik wist vrij snel dat ik Toegepaste Taalkunde wilde studeren, maar niet echt wat ik ermee wilde doen. Ik koos voor Nederlands, Frans en Duits, in de optiek dat je wel altijd ergens terecht kan met een van de drie landstalen. Omdat ik getriggerd was door het bedrijfsleven, heb tijdens mijn master een stage gevolgd op de marketingafdeling van een bedrijf. Hoewel ik dat heel interessant vond, miste ik de sociale interactie. Het werd steeds duidelijker: laat me voor een groep staan en presenteren, dan floreer ik.
Een toekomst als leerkracht lag voor me. Met mijn diploma Toegepaste Taalkunde op zak, heb ik mijn lerarenopleiding gevolgd. Meteen daarna kon ik aan de slag in het Popelin Lyceum in Merelbeke. Daar geef ik Nederlands, Frans én Duits. Dat zijn niet de populairste vakken op school, maar dat vind ik net uitdagend. Ik probeer mijn passie door te geven aan mijn leerlingen. Soms lukt dat goed, soms iets minder (lacht).”
Bart Desmet: “Toen ik taaltechnologie ontdekte, ging er een wereld voor me open”
“Ik ben taaltechnoloog aan de National Institutes of Health in de Verenigde Staten. Om mensen met een beperking sneller aan hun uitkering te helpen, verbeter ik de administratieve processen op het niveau van taal. Dikwijls zijn de dossiers van patiënten honderden of zelfs duizenden pagina’s lang. Ik maak een zoekmachine die de juiste informatie naar boven haalt in dat dossier.
Voordien deed ik onderzoek naar mentale gezondheidszorg en sociale media: hoe kan taaltechnologie bijvoorbeeld helpen bij zelfmoordpreventie of detectie van depressie of andere mentale stoornissen? Omdat ik voltijds bij de NIH werk, heb ik jammer genoeg minder tijd voor dat onderzoek. Wel organiseer ik nu samen met een aantal collega’s wetenschappelijke workshops voor klinisch psychologen en taaltechnologen, met als doel klinisch relevante taaltoepassingen te ontwikkelen. Zo kunnen we de menselijke taal gebruiken om de emotionele en mentale toestand beter te begrijpen.
Ik ben enorm blij dat ik in de taaltechnologie terecht ben gekomen, maar het was niet vanzelfsprekend. Ik heb lang getwijfeld wat ik wilde studeren: geneeskunde, aardrijkskunde, geschiedenis of talen. Uiteindelijk heb ik voor Toegepaste Taalkunde gekozen, waar ik nooit spijt van heb gehad. Toen ik voor het eerst in contact kwam met het vak taaltechnologie, wist ik meteen: dit is wat ik wil doen."
Wil je meer weten over toegepaste taalkunde? Bekijk alle info over de opleiding op onze Studiekiezer.
Lees ook
UGent-alumnus van het jaar: wie waren de eerdere laureaten?
De verkiezing van UGent- alumnus van het jaar is een nog jonge traditie aan de UGent, maar wel een blijver. Want de UGent zou geen UGent zijn zonder onze alumni. Daarom huldigen we jaarlijks een oud-student die een bijzondere prestatie heeft neergezet. Welke alumni kregen de titel al?
Alumna Margo woont en werkt in de VS: in welk Amerika werd zij wakker?
Margo Vansynghel zwaaide in 2012 aan de UGent af met een master in de kunstwetenschappen. Ondertussen werkt ze als ‘Arts Economy reporter’ voor The Seattle Times. Hoe kijkt zij naar de uitslag van de Amerikaanse verkiezingen?
Alumnus Zhong is ondernemer in de VS: in welk Amerika werd hij wakker?
Zhong Xu woont afwisselend in Londen en New York van waaruit hij leiding geeft aan ‘unicorn’ Deliverect, een onderneming met een waarde van meer dan 1 miljard dollar. Hoe kijkt hij naar de uitslag van de Amerikaanse presidentsverkiezingen?
De slimme vuilnisbak: van studentenproject naar de haven van Rotterdam (en de rest van de wereld?)
Het begon bij drie UGent-studenten die een simpele sensor in een vuilnisbak plaatsten. Nu is het op weg om het afvalbeheer van steden en gemeenten slimmer te maken.