Mieke en Danny speuren de wereld af naar zwammen

Fungi
18 januari 2024 |

Wat als de natuur je werkplek is, verspreid over de hele wereld? De onderzoeker als ontdekkingsreiziger, gepakt en gezakt, met de voeten in het veld of de jungle. Mycologen Mieke Verbeken en Danny Haelewaters reizen de aardbol rond, op zoek naar zwammen.

Naar schatting leven er minstens drie miljoen soorten zwammen – of fungi – op aarde. Daarvan zijn er amper 145.000 beschreven. Dus trekken mycologen Mieke Verbeken en Danny Haelewaters eropuit om nieuwe soorten te ontdekken, de oorsprong ervan te achterhalen en ze te beschrijven. Van Panama tot Brunei, en alles daartussen. Niet in grote luxe, maar in de ruwe natuur en in vaak eenvoudige omstandigheden. Hun veldwerkreizen leveren een aaneenschakeling van anekdotes op. “Ik heb ooit een geit moeten offeren.”

Waarom moeten jullie zo vaak verre reizen maken?

Mieke Verbeken: “Als je focust op één deel van de wereld, zoals Europa, kan je nooit het complete evolutionaire verhaal vertellen. De ontbrekende puzzelstukken liggen vaak in tropische gebieden. Die heb je nodig om te weten hoe een bepaalde groep is ontstaan. Bovendien hangt het ontstaan van een zwammengroep samen met specifieke planten of bomen of andere organismen. Om te zoeken hoe die twee elkaar gevonden hebben, moet je ter plaatse gaan.”

Danny Haelewaters: “Ik focus me op een groep microfungi die met insecten geassocieerd zijn. Microscopische zwammen die op insecten zitten bijvoorbeeld. Sommige van die insecten kunnen dan weer zelf andere organismen parasiteren, zoals de bloedzuigende vleermuisvliegen. Ik beschrijf de diversiteit van die zwammetjes, maar ook de associatie met hun gastheren en die hun gastheren. In Europa en Noord-Amerika hebben we daar al een beeld van, maar de rest van de wereld is nog een blinde vlek. In Afrika is er zo goed als niets over geweten. Om de diversiteit en de patronen beter te begrijpen, moet je informatie verzamelen in al die delen van de wereld.”

Waarom is het belangrijk dat al die soorten beschreven worden?

Mieke: “Wat wij doen is fundamenteel onderzoek. De afkomst beschrijven, de eigenschappen in kaart brengen. Dat is de eerste stap. Als we bijvoorbeeld willen achterhalen welke schimmels een rol kunnen spelen in het afvalprobleem door hun recyclage-eigenschappen, dan moeten we ze eerst vinden en beschrijven.”

Hoe weten jullie waar je heen moet?

Mieke: “Dat hangt af van de groep die je bestudeert. Als we weten dat er in een bepaalde streek veel paddenstoelen worden gegeten, kan dat een mogelijk reisdoel zijn. In andere gevallen weten we bij welke boomsoort een groep groeit en zoeken we waar die bomen voorkomen. Soms komt het via tips. Ik heb ooit een bericht gekregen van een gepensioneerde mycoloog uit Maleisië. Hij had een melkzwam met knalblauwe melk ontdekt, totaal onbekend toen. Die blauwe melkzwam zijn we dan gaan zoeken. Het klinkt net als de titel van een strip. En zoals dat gaat in strips: we hebben hem gevonden.”

Bijna als ontdekkingsreizigers?

Mieke: “Eigenlijk wel. Het is geen job voor luxebeestjes. De omstandigheden zijn soms heel sober, maar je leert snel je grenzen verleggen. Meestal verblijven we bij locals, zo dicht mogelijk bij het natuurgebied waar we paddenstoelen oogsten. Mijn eerste expeditie was in Burundi, waar de dorpsbewoners voor mij een badkamer hadden gemaakt: een emmer water achter een schutting van palmbladeren. Geloof me, dat voelt als een heerlijke luxe als je bezweet uit het bos komt. (lacht)”

Danny: “Je moet ook risico’s durven nemen, anders raak je nergens. Vorig jaar stond er een expeditie naar Panama gepland. Normaal gezien is dat een veilig land, maar toen heerste er veel onrust door de stijgende prijzen, met betogingen en stakingen. Dan moet je de knoop doorhakken: vertrek je of blijf je thuis? We zijn toch gegaan en hadden geluk. Op het moment dat we moesten tanken, was er voor het eerst in weken opnieuw benzine beschikbaar.”

Mieke: “Je maakt wel wat dingen mee. Ik herinner me een kanotocht in Kameroen, samen met een Waalse collega-mycoloog. Een prachtig en onvergetelijk moment. “On a quand-même le plus beau métier du monde”, zei die mycoloog mijmerend. Maar op een andere boottocht liep het helemaal anders. We waren ziek door een voedselvergiftiging en werden plots aangemaand te rennen voor ons leven voor een kudde nijlpaarden. Dat was een pak minder idyllisch.”

Danny: “Of gestopt worden door corrupte politiemannen in the middle of nowhere in een land waar je de taal niet spreekt. Dat is geen pretje.”

Jullie hebben heel wat over voor je onderzoek.

Danny: “Dat is zo, maar we zijn tegelijk heel geprivilegieerd: door de plekken waar we komen, maar ook door de mensen die we ontmoeten. De connecties met lokale mensen, die je door de jungle begeleiden op zoek naar de juiste zwammen; die zijn zo waardevol.”

Mieke: “Na een expeditie besef je in wat voor luxe we hier leven, maar ook hoe mensen rijk kunnen zijn op een andere manier. We zien mensen met weinig materieel comfort, maar met tijd, ruimte en een ongelooflijke natuur rondom zich.”

Hoe plan je zo’n werkreis?

Mieke: “Dat is een grote logistieke organisatie. We regelen alles zelf: van paspoorten, visa’s, vliegtickets en verblijfplaatsen tot toelatingen om het land in te mogen met ons materiaal en het land uit te gaan met stalen. De contacten met de lokale bevolking leggen we zelf. Daar hoort heel wat handjes schudden en koffiedrinken met lokale overheden bij. Ooit heb ik een geit moeten offeren voor we een bepaald bos binnen mochten, zodat de geesten ons goed gezind zouden zijn.”

Danny: “Waar mogelijk probeer ik lokale collega’s te betrekken. Zo was ik eerder deze zomer weer in Panama waar we met onderzoekers en studenten van een lokale universiteit samenwerken. Wij leren van hen, en zij leren van ons. Het is een in mijn ogen noodzakelijke wisselwerking. In veel landen in het Globale Zuiden is het verplicht om een lokale collega onder de arm te nemen, maar ik vind dat zoiets voor zichzelf spreekt. We schreven heel recent een artikel over dit soort best practices met adviezen zoals: creëer gelijkwaardige samenwerkingen, leer de lokale taal en omarm verschillen in werkculturen.”

Wat is het eerste dat jullie doen als jullie terugkeren van zo’n expeditie?

Danny: “Een pak friet halen.”

Mieke: “Een bad nemen, dat is vaak wel nodig. En geliefden knuffelen natuurlijk. En nadien naar het labo, want ik ben zo nieuwsgierig om de spannendste vondsten onder de microscoop te zien.”

Mieke

Mieke Verbeken doet als professor al meer dan twintig jaar onderzoek naar verschillende zwamsoorten en is hoofd van de onderzoeksgroep Mycologie. Haar favoriete UGent-plek voor mycologische expedities is campus De Sterre.

33-67
Danny

Danny Haelewaters is als gastprofessor mycologie verbonden aan de UGent en als postdoctoraal onderzoeker aan de University of Colorado Boulder. Hij is lid van de Jonge Academie, een interdisciplinaire en interuniversitaire ontmoetingsplaats van jonge toponderzoekers en kunstenaars.

33-67

Lees ook

Moet de natuur rechten krijgen?

Onder invloed van de toenemende klimaatverandering klinkt de roep naar rechten voor de natuur steeds luider, vooral vanuit klimaatactivisten. Maar zouden zulke rechten de natuur beter beschermen?

Vervuiling
view

De 5 meest voorkomende spinnen in en rond je huis

Daar is de herfst, daar komen de spinnen! Voor Bram Vanthournout van de vakgroep Biologie is dit de mooiste tijd van het jaar. Samen met zo’n 5000 Vlaamse vrijwilligers onderzoekt hij in het citizen science project Spin-city hoe spinnen zich aanpassen aan het leven in de stad. Voor durfdenken.be dook Bram in zijn statistieken op zoek naar de spinnen die het vaakst werden opgemerkt.

Kruisspin
view

Bomen en granaten: een verhaal van veerkracht van de natuur

Wat als bomen konden praten? Zo nu en dan gebeurt het. Zo vertelt een 250-jarige eik uit het kasteelpark van Elverdinge nabij Ieper meer over de Eerste Wereldoorlog. 

Boom
view

Negen dingen die je nog niet wist over paddenstoelen (Of zijn het zwammen? Of schimmels?)

Tijdens de herfst duiken ze overal op, en dan vooral in de bossen: de paddenstoelen. Maar wist je dat die eigenlijk maar een klein onderdeel zijn van een gigantisch, vaak ondergronds, netwerk? En dat planten zonder dat netwerk niet zouden overleven?

Panteramaniet
view