Hij speelt een onwaarschijnlijk belangrijke rol in de bestrijding van de coronapandemie en is niet meer weg te slaan uit de media. En nu mag Steven Van Gucht zichzelf de allereerste UGent-alumnus van het jaar noemen. Een gesprek tussen de skeletten van het Morfologiemuseum in zijn oude faculteit.
UGent-alumnus van het jaar, proficiat! Wat doet dat met een mens?
Steven Van Gucht: “Het doet me echt wel iets, omdat ik me nog altijd thuis voel aan de UGent. Ik ben er uiteindelijk elf jaar actief geweest. Eerst zes jaar voor mijn studies diergeneeskunde en nadien vijf jaar voor mijn doctoraat. Ik heb hier een hele hoop herinneringen. Ik heb veel vrienden gemaakt, mijn eerste lief ontmoet en mijn zoon is geboren toen ik in mijn laatste jaar doctoreerde. Het raakt me dus wel.”
2020 en 2021 waren twee bewogen jaren, op zijn zachtst gezegd?
“Mijn leven is in een vingerknip totaal veranderd. Ik herinner me zelfs nog exact de dag. Op 26 januari 2020 kreeg ik plots telefoon van de voorzitter van de federale overheidsdienst Volksgezondheid, Tom Auwers. ‘Laat alles vallen wat je aan het doen bent, we hebben je nodig. Vanaf nu wil ik dat je alleen nog bezig bent met corona’, zei hij. Ik kreeg de opdracht meteen een adviescomité op te richten. Toenmalig minister van Volksgezondheid Maggie De Block had onmiddellijk advies nodig over de repatriëring van Belgen uit het Chinese Wuhan. Hoe moesten ze die transporteren? Hoe moesten die getest worden? Wie zou dat doen? Waar moesten ze verblijven? Die vragen hadden snel een antwoord nodig.”
Op dat moment hield het virus al lelijk huis in China. Volgde je het van dag één van dichtbij?
“Zeker. Op oudejaarsavond (2019, nvdr.) was ik me aan het klaarmaken om met mijn familie te vieren in Center Parks. Ik keek even naar mijn mails en zag toen een bericht over een aantal zware longinfecties in Chinese ziekenhuizen. De oorzaak was onbekend, maar waarschijnlijk ging het om een virus. Ik was meteen getriggerd, maar nog niet gealarmeerd. Jaarlijks krijg ik ongeveer drie keer zulke mails binnen, die dan achteraf vaak niets blijken te zijn.”
Maar nu draaide het anders uit. Het moest plots allemaal heel erg snel gaan, zonder veel tijd voor wetenschappelijke analyses. Hoe kijk je daarop terug?
“Je bent op dat moment niet alleen wetenschapper, maar vooral crisismanager. De snelheid waarmee het allemaal moest gebeuren, werkt niet in pure wetenschap. Dat gaat over analyseren, aftoetsen en hypotheses stellen. Maar toen was daar geen tijd voor. Het enige wat je kan doen is als wetenschapper al de kennis die je hebt opgedaan, gebruiken om adviezen te geven. Alleen kan je die niet altijd wetenschappelijk funderen en moet je vertrouwen op je ervaring. De analyses komen pas achteraf.”
De voorbije twee jaar heeft dat tot veel discussie geleid, omdat er soms bepaalde aannames niet bleken te kloppen. Dat heeft ook de verhouding met de politiek moeilijk gemaakt. Stoorde je dat?
“Dat spanningsveld is niet abnormaal. Mocht de politiek altijd klakkeloos de wetenschap volgen, dan was ze niet meer nodig. Het is logisch dat er een spanning is en die moet er in mijn ogen ook zijn. Net als tussen wetenschappers onderling, daardoor krijg je inzichten en evoluties. Zolang het een gezonde spanning is en je naar elkaar luistert om nadien tot een conclusie te komen, is dat een goede zaak.”
Maar die consensus lijkt soms ver te zoeken. Maakt dat je job niet heel moeilijk?
“Voor politici ben ik vrij mild. Ik heb het moeilijker met wetenschappers en medici die soms onzin uitkramen. Daar kan ik echt kwaad van worden, zij zouden beter moeten weten. De flauwekul die sommigen verkondigen brengt mensenlevens in gevaar.”
Het zit duidelijk diep.
“Ik vind het niet erg om kritiek te krijgen, maar je moet wel redelijk zijn. Er zijn bijvoorbeeld ook critici die achteraf roepen dat we meta-analyses moesten doen en sommige zaken beter hadden moeten onderzoeken. Dat is mooi om achteraf te zeggen, maar op dat moment heb je daar de tijd en de studies niet voor.”
De coronacrisis is een crisis waarbij wetenschappers echt op het voorplan zijn getreden. En zelfs mee aan het roer staan. Is dat een goede zaak?
“Dat denk ik wel. Stel je even voor dat dat niet zo zou zijn geweest en dat de crisis puur door de politiek zou gemanaged zijn. Natuurlijk zijn er fouten gemaakt. Soms hebben we te snel versoepeld en waren de regels niet streng genoeg, maar over de hele lijn hebben we het niet zo slecht gedaan. Onze vaccinatiegraad is een succes, onze testcapaciteit was vrij snel op orde en we hebben sneller ingezet op mondmaskers en ventilatie dan bijvoorbeeld Nederland. Het beleid was al bij al ‘science driven’, maar met vallen en opstaan. En als viroloog is het heel boeiend en uniek om mee te maken. Nog nooit in de geschiedenis hebben we een pandemie van zo dichtbij kunnen volgen als nu.”
Je bent dierenarts van opleiding. Een dierenarts die een gezondheidscrisis helpt aanpakken, dat lijkt raar?
“Het is een beetje bijzonder, maar perfect te verantwoorden. Mijn doctoraat ging over het respiratoir coronavirus van het varken. Mijn kijk op de mens is anders dan die van een geneeskundige. In de diergeneeskunde leer je dat je als mens een deel bent van een groter geheel. We staan hier in het Morfologiemuseum, het staat en hangt hier vol skeletten van allerlei dieren. In de hoek hangt ook een menselijk skelet, gewoon tussen de dieren. Je kan de bouw van de mens hier vergelijken met die van een pelikaan, een walvis of zelfs een olifant. Soms hebben we te veel pretentie als mens. We zien onszelf te veel als ‘de koning van de schepping’. Zo zie ik dat niet. Elk dier en wezen staat zélf op het toppunt van zijn eigen evolutie.”
Je wilde graag in het Morfologiemuseum op de faculteit Diergeneeskunde afspreken. Waarom hier?
“Het is niet alleen een prachtig en uniek museum, maar ik heb er zelf ook een persoonlijke band mee. Toen de campus hier nog maar net was, moesten alle skeletten verhuizen van Gent naar Merelbeke. Ik had me opgegeven als jobstudent om daarbij te helpen. Samen met enkele andere studenten hebben we de giraf, die hier nog steeds staat, verhuisd. Het was bijzonder lastig om het beest in z’n geheel door de trappenhal en alle smalle deuren hier binnen te krijgen. Zoiets vergeet je niet. Ik zat hier ook graag om te studeren tijdens de middagpauze en heb hier zelfs mijn receptie voor mijn doctoraat gehouden. Het is een unieke plek voor mij.”
Je bent nog steeds nauw verbonden met de UGent. Is die band belangrijk voor jou als alumnus?
“Ik houd nog contact met verschillende mensen. Af en toe bel of sms ik bijvoorbeeld met professor Hans Nauwynck, het hoofd van het labo virologie hier op de campus. Hij is in mijn ogen een van de meest innovatieve virologen van het land en weet bijzonder veel over virale ziekteprocessen en coronavirussen. Zijn inzichten zijn heel interessant. En ik kom hier nog met plezier heel regelmatig langs.”
Steven Van Gucht studeerde diergeneeskunde aan de UGent en doctoreerde in 2005. Hij is viroloog en laboratoriumhoofd bij Sciensano. Zijn meest memorabele UGent-moment is de dissectie van een sprinkhaan, worm, mossel en rat als eerstejaarsstudent in de Ledeganckstraat.
UGent-Alumnus van het jaar
“Onze alumni zijn onze belangrijkste ambassadeurs”, aldus rector Rik Van de Walle. Om onze fierheid te tonen, willen we elk jaar een van hen in de kijker zetten. Wie dat wordt, kiezen de alumni zelf: zij nomineren de kandidaten. Zo ook bij deze eerste editie. Het leverde honderden namen op van oud-studenten die anderen inspireren met een opvallende prestatie, een uitzonderlijke carrière of een bijzondere bijdrage in hun vakdomein. Uit die selectie koos de jury Steven Van Gucht als winnaar, omwille van zijn maatschappelijke impact, heldere communicatiestijl gebaseerd op robuuste wetenschappelijke kennis en weinig polariserende houding in deze uitdagende tijd. Een mooie eerste in wat ongetwijfeld een lange reeks aan bijzondere laureaten zal worden.
Lees ook
UGent-alumnus van het jaar: wie waren de eerdere laureaten?
De verkiezing van UGent- alumnus van het jaar is een nog jonge traditie aan de UGent, maar wel een blijver. Want de UGent zou geen UGent zijn zonder onze alumni. Daarom huldigen we jaarlijks een oud-student die een bijzondere prestatie heeft neergezet. Welke alumni kregen de titel al?
Alumna Margo woont en werkt in de VS: in welk Amerika werd zij wakker?
Margo Vansynghel zwaaide in 2012 aan de UGent af met een master in de kunstwetenschappen. Ondertussen werkt ze als ‘Arts Economy reporter’ voor The Seattle Times. Hoe kijkt zij naar de uitslag van de Amerikaanse verkiezingen?
Alumnus Zhong is ondernemer in de VS: in welk Amerika werd hij wakker?
Zhong Xu woont afwisselend in Londen en New York van waaruit hij leiding geeft aan ‘unicorn’ Deliverect, een onderneming met een waarde van meer dan 1 miljard dollar. Hoe kijkt hij naar de uitslag van de Amerikaanse presidentsverkiezingen?
De slimme vuilnisbak: van studentenproject naar de haven van Rotterdam (en de rest van de wereld?)
Het begon bij drie UGent-studenten die een simpele sensor in een vuilnisbak plaatsten. Nu is het op weg om het afvalbeheer van steden en gemeenten slimmer te maken.