Wat begon als een occasioneel zijproject, resulteerde dit jaarin een wijziging van een Europese wet: dankzij Liesbeth Jacxsens en Mieke Uyttendaele kan er nu meer voedsel gedoneerd worden aan wie het nodig heeft.
Sociaal en duurzaam, daar gaan ze voor. Én voor het feit dat er naast ‘pure wetenschap’ ook plaats moet zijn voor bottom-up-ideeën. Voedingswetenschappers Mieke Uyttendaele en Liesbeth Jacxsens (faculteit Bio-ingenieurswetenschappen) werkten richtlijnen uit voor voedseldonaties, zodat die veiliger en kwalitatief kunnen verlopen. Daarvoor ontvangen ze binnenkort de Rotary Science Award, een onderscheiding waarmee de Rotary Club Gent UGent-onderzoek wil bekronen dat bijdraagt aan de bestrijding van armoede.
“Voor dit soort onderzoek zijn er geen calls. Dit is geen hoogtechnologische wetenschap die gefinancierd wordt in projecten. En toch is het onderwerp superbelangrijk”, steekt Mieke Uyttendaele van wal. “Want het is echt niet zo vanzelfsprekend dat iedereen gezond en lekker kan eten. In ons land moet je daarvoor al over een behoorlijk budget beschikken.”
Dit is wat voedingswetenschappers omschrijven als voedselzekerheid: toegang tot genoeg voedsel met voldoende nutritionele kwaliteit. Voedseldonaties zijn in Europa een belangrijke stimulans om de voedselzekerheid van mensen in armoede te garanderen. Organisaties, meestal gedreven door vrijwilligers, verzamelen voedseloverschotten en herverdelen die. Een win-winsituatie: er wordt minder voedsel verspild, en mensen in armoede worden geholpen. Toch zijn er nog wat pijnpunten, ontdekten de onderzoeksters.
“Het voedseldonatieproces in ons land is een echt kluwen aan organisaties en productstromen. Om daar zicht op te krijgen, wilden we eerst een voedseldonatiekaart uittekenen”, legt Liesbeth Jacxsens uit. “Enkele geëngageerde studenten bio-ingenieur en industrieel ingenieur maakten hier hun masterproef over. Ze brachten het hele voedseldonatielandschap van Vlaanderen en België in kaart.”
Niet iedereen eet prei
Daarbij kwamen ook de knelpunten in het donatieproces naar boven: hoe garandeer je de kwaliteit en veiligheid van gedoneerde producten, eens die de reguliere voedselketen verlaten? Hoe controleer je of gekoelde producten effectief altijd gekoeld bewaard zijn geweest in het hele donatieproces? Hoe strikt moet je omspringen met houdbaarheidsdata?
Bovendien zijn bepaalde producten meer gewild dan andere. “Verse vis of vers vlees zijn meer gegeerd dan lang houdbare producten zoals bloem, melk of conserven”, gaat Jacxsens verder. “En niet iedereen eet bijvoorbeeld prei: voedingsproducten zijn ook cultuurgebonden.”
Van masterproef tot omzendbrief
Die masterproeven werden de basis van enkele wetenschappelijke publicaties, waarvan de resultaten ook terechtkwamen bij het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen (FAVV). Zij stelden op basis daarvan een beleidsdocument op, waarin de richtlijnen voor voedseldonaties vereenvoudigd werden. Via een omzendbrief zijn de nieuwe eenvoudige richtlijnen nu in heel België in gebruik.
Jacxsens: “Organisaties die zich inzetten voor voedseldonaties of verwerking voedseloverschotten voor donaties, zijn volgens de wet voedselbedrijven. Ze moesten dus strikt voldoen aan de voedselveiligheidsvoorschriften. Die hygiënewetgeving zit erg ingewikkeld in elkaar. Wij onderzochten hoe we dit wetenschappelijk onderbouwd konden vereenvoudigen.”
“Voedselveiligheid is belangrijk. We willen geen tweesporenbeleid: iedereen heeft recht op veilig voedsel. Daardoor heeft men soms de neiging om zich te streng op te stellen, wat een rem zet op de distributie van voedseloverschotten”, vult Mieke Uyttendaele aan. “Maar als je zaken goed onderbouwt, kan je meer mogelijk maken. Zo wordt er ook minder verspild.”
Eenvoudiger in Europa
België was een van de eerste landen met zo’n omzendbrief. De European Food Safety Authority pikte het onderzoek op en contacteerde professor Jacxsens. Dat leidde dit jaar tot een aangepaste hygiënewetgeving op Europees niveau, waarin meer versoepelingen zijn toegestaan voor voedseldonaties.
Jacxsens: “Nu mogen supermarkten verse vis en vers vlees invriezen voor donaties. Dat mocht vroeger niet: alles moest meteen na de vangst of slachting ingevroren worden. Ook de houdbaarheidsdata mogen minder strikt geïnterpreteerd worden: producten ‘houdbaar tot’ een bepaalde datum kunnen ook nog na die datum nog verder verdeeld worden, op voorwaarde dat de verpakking niet beschadigd is. Dat is het verschil met de vermelding ‘te gebruiken tot’: die datum mag je niet zomaar overschrijden.”
Simple, not stupid
Bovenop eenvoudigere richtlijnen stelden de studenten en onderzoekers een reeks praktische tips op voor organisaties die zich engageren voor voedseldonaties. De tips zijn eenvoudig geformuleerd zodat iedereen ze kan begrijpen.
“Kennis over voeding moet iedereen kunnen bereiken. En dat doe je niet via wetenschappelijke publicaties”, vindt Mieke Uyttendaele. “In de vertaalslag van onderzoek of in richtlijnen naar het brede publiek richt men zich ook vaak naar ‘de consument’. Kwetsbare doelgroepen worden daarbij vaak over het hoofd gezien. Daarom hebben we er bewust op ingezet om ons onderzoek te vertalen naar praktische, eenvoudige tips. Simpel, maar wel wetenschappelijk onderbouwd.”
Huishoudkunde, een wetenschap
In het project Rabot op je bord verwerken Gentenaars van de Rabotwijk voedseloverschotten tot lang houdbare ingemaakte producten. Die worden verkocht bij de sociale kruidenier. Over de houdbaarheidsdatum heerste wel nog onzekerheid. En zo kwam Rabot op je bord bij Mieke Uyttendaele terecht.
“Mijn moeder kreeg vroeger nog les in Huishoudkunde. Die kennis is bij de mensen verloren gegaan. Sommige zaken die ze daar onderwezen, zijn nu weer hip, zoals groenten inmaken. Maar daar zit wetenschap achter, hoor! Het vraagt welbepaalde tijd-temperatuurcombinaties om bepaalde kiemen te doden of enzymen stil te leggen. Die kennis is belangrijk als je voedseloverschotten wil verwerken tot dergelijke producten. En dat leer je aan onze faculteit.”
Een masterstudente observeerde alle stappen bij het inmaken van de voedseloverschotten voor Rabot op je bord. Ze stuurde hier en daar bij en goot alles in eenvoudige instructies.
Dankzij de ROSA-prijs kan dit project nu verder. Deze zomer worden de instructies vertaald naar eenvoudige, wetenschappelijk onderbouwde kaarten waar medewerkers in sociale keukens vlot mee aan de slag kunnen. Het is de ambitie om deze kaarten en een bijhorend leerpad over heel Vlaanderen te verspreiden, zodat andere sociale keukens ze ook kunnen gebruiken.
En dat is ook de richting die de onderzoeksters in de komende jaren uit willen. Liesbeth: “De conventionele voedselketen staat meer en meer onder druk, doordat mensen lokale voeding wensen. Wij willen onze kennis inzetten om dergelijke projecten te ondersteunen.”
“Aandacht voor milieu en maatschappij is belangrijk”, besluit Mieke. “In onze opleidingen tot bio-ingenieur en industrieel ingenieur proberen we die focus te verwerken. Zo hopen we onze studenten mee te krijgen in dit verhaal.”
Lees ook
Zelf kombucha maken? “Let bij fermenteren op voor ontploffende flessen!”
Je vindt kombucha steeds meer terug in de supermarkt en op café. Maar wat is dat zurige gefermenteerde drankje precies en hoe kan je zelf kombucha maken?
Zo vermijd je parasieten op reis
Vakantie! Je kijkt al uit naar al de heerlijke dingen die je gaat eten op reis, maar wacht … Kan je zomaar om het even wat eten? “Er zijn toch een aantal voedingswaren waar je wat voorzichtig mee moet zijn.” Professor Sarah Gabriël vertelt ons hoe je kan vermijden dat je parasieten terug mee naar huis neemt.
“Als we in 2050 negen miljard mensen willen voeden, zal dat uit de zee moeten komen”
Mariene bioloog en professor-emeritus Patrick Sorgeloos gaf de voorbije decennia vorm aan de moderne aquacultuur. Als zijn carrière hem één ding duidelijk gemaakt heeft, dan is het dat er een cruciale rol weggelegd is voor de aquacultuur om voedselzekerheid te blijven garanderen.
Onderzoek met de ‘o’ van ontwikkelingssamenwerking
Hun onderzoek naar giftige schimmels in voeding is de basis, maar professoren Sarah De Saeger en Marthe De Boevre doen een pak meer. Een gedeelde passie voor ontwikkelingssamenwerking geeft hen een concreet doel: ze willen de gevaarlijke stoffen, die in het Globale Zuiden nog vaak tot doden leiden, volledig uitroeien.