De komende 25 jaar zijn cruciaal in de omschakeling van een fossiele economie naar een circulaire bio-economie. Onderzoeker Pieter Nachtergaele maakt er zijn levenswerk van om dat mee waar te maken.
In het kort
- Pieter Nachtergaele onderzoekt hoe we biogebaseerde grondstoffen kunnen gebruiken in plaats van fossiele.
- Zijn ambitie: een sociaal rechtvaardige bio-economie te ontwikkelen binnen de planetaire grenzen.
- Hij is door de EU aangesteld als ambassadeur voor de bio-economie.
Pieter, hoe zou je je onderzoeksdomein omschrijven?
“Ik werk vooral rond bio-economie. Dat betekent dat ik onderzoek hoe we biogebaseerde grondstoffen kunnen gebruiken in de economie, als alternatief voor fossiele grondstoffen. Biogebaseerde grondstoffen zijn hernieuwbare materialen afkomstig van biologische bronnen, zoals planten en dierlijke bijproducten. Zo kunnen we de uitstoot van broeikasgassen verminderen, en dat in sectoren als de landbouw, bosbouw, chemie, textiel, geneesmiddelen en de voedingsindustrie …”
Hoe haalbaar is die transitie?
“We zitten in een heel belangrijke overgangsperiode tussen onze huidige fossiele economie naar een circulaire bio-economie, en de volgende 25 jaar zijn daarbij cruciaal. Mijn drive om bij te dragen aan de transitie naar een meer sociale en milieuvriendelijke economie is zeer groot.”
Je ziet het dus ruimer dan enkel overschakelen naar biogebaseerde grondstoffen?
“Mijn collega’s en ik gaan een stuk verder: niet alleen de grondstoffen, de volledige productieketen moet duurzaam zijn. Dat is nu niet altijd het geval. Hierbij kijken we ook naar de effecten op de maatschappij en op ecosystemen. Duurzame landbouwprocessen zijn soms minder efficiënt, maar hebben wel positieve effecten op de biodiversiteit, bodemgezondheid en jobopportuniteiten. Ik vind het belangrijk dat mee te nemen in mijn evaluatie. Dit onderzoek moet je dan ook multidisciplinair uitvoeren: over verschillende disciplines en faculteiten heen. Mijn ambitie en dat van mijn onderzoek is om een sociaal rechtvaardige bio-economie te ontwikkelen binnen de planetaire grenzen. Maar het is niet gegarandeerd dat we daar belanden.”
Hoe ben je bij dat onderwerp terechtgekomen?
“Toen ik in 2016 afstudeerde als bio-ingenieur startte ik onmiddellijk als procesingenieur bij een bedrijf in de Gentse haven. Ze zochten naar alternatieven voor fossiele grondstoffen om die te verwerken tot chemische producten. Al snel identificeerden we een belangrijke uitdaging: de wisselende kwaliteit en samenstelling van de biogebaseerde grondstoffen. In overleg met mijn prof en het bedrijf heb ik toen een Baekeland-project opgezet, dat is een doctoraat in samenwerking met de industrie. Daarin ontwikkelde ik computermodellen die helpen om processen met een wisselende grondstofkwaliteit optimaal te sturen. Aan het einde van dat doctoraat heb ik volop gekozen voor de academische wereld. Als postdoctoraal onderzoeker blijf ik me focussen op het optimaliseren van productieprocessen.”
Kan je daar een voorbeeld van geven?
“Een toepassing daarvan zijn voedselverpakkingen. Verpakkingen zijn heel belangrijk om voedselverliezen tegen te gaan, maar de sector slaagt er nog onvoldoende in om de milieu-impact ervan te verminderen. Ik onderzoek hoe je op industriële schaal duurzame en rendabele verpakkingen kan produceren. Dat is niet vanzelfsprekend! Concreet werken we nu samen met bedrijven die experimenteren met het mycelium van paddenstoelen, om biologisch afbreekbaar piepschuim te ontwikkelen. Daarnaast heb ik samen met een aantal collega’s de voorbije jaren intensief gewerkt aan de opstart van een nieuwe masternamasteropleiding rond sustainable food packaging op de campus in Kortrijk. Die gaat nu haar derde jaar in.”
Jouw missie om bij te dragen aan een duurzame bio-economie overschrijdt de landsgrenzen: de EU stelde je aan als ambassadeur voor bio-economie. Wat betekent dat exact?
“Klopt, ik ben EU Bioeconomy Youth Ambassador, en informeer en inspireer vanuit die functie het brede publiek over het topic. Het is mijn taak om, samen met een aantal ambassadeurs uit andere Europese landen, bio-economie meer bekendheid te geven. Mijn collega’s uit Malta en Portugal namen bijvoorbeeld de podcast Bioeconomy Matters op, met onderzoekers en beleidsmakers. Zelf organiseerde ik een wetenschapsshow voor kinderen, over de levenscyclus van een legoblokje, en hoe we die kunnen verduurzamen. Heel mooi om te zien hoe de kinderen daarmee aan de slag gingen. Als ambassadeurs proberen we ook de visie van de jeugd te vertalen naar Europese beleidsmakers. Onze visie gaat veel verder dan enkel het gebruik van biogebaseerde grondstoffen maar benadrukt de nood aan een globale systeemverandering.”
Pieter Nachtergaele is postdoctoraal onderzoeker in de Vakgroep Groene Chemie en Technologie. Hij houdt van 'zijn' stad Gent en volgt nu een opleiding als stadsgids.
Lees ook
Studenten geneeskunde sensibiliseren voor een meer duurzame zorgsector
Als de gezondheidssector een land was, dan was het de vierde grootste uitstoter ter wereld. Dat is groter dan die van de luchtvaart. Een duurzamer gezondheidslandschap staat dan ook hoog op de agenda bij de faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen en haar studenten.
Tips voor een duurzamere vakantie: huur of deel vakantiespullen
Volop je vakantie aan het voorbereiden? Dan heb je waarschijnlijk ook een lijstje met alle dingen die je nodig hebt om op reis te vertrekken. Zelf aankopen kan, maar er bestaan ook duurzamere strategieën om je vakantiespullen te verzamelen.
Onderzoeker ontwikkelt simulatietool voor meer duurzame veehouderij
Het energiegebruik in de veehouderij kan veel duurzamer. Onderzoeker Manon Everaert ontwikkelt een simulatietool waarmee veehouders de baten kunnen berekenen van verschillende duurzame energietechnieken.
'Belgische Nobelprijs’ voor pionierswerk van professor Veronique Van Speybroeck
Professor Veronique Van Speybroeck behoort tot de wereldtop met haar onderzoek naar duurzame technologieën. Voor het plaveien van de weg naar groenere chemische bouwstenen van onze maatschappij wint ze de prestigieuze Francqui-Prijs voor Exacte Wetenschappen.