We worden om de oren geslagen met nieuws over energiemaatregelen. Maar er gaapt een kloof tussen wat er als beleid wordt uitgestippeld en wat mensen écht doen. Dat laatste is het domein van Marten Ovaere. Hij onderzoekt hoe we mensen en bedrijven kunnen meenemen in de energietransitie. “Technisch is er intussen héél véél mogelijk, alleen wil dat nog niet zeggen dat iedereen die toepassingen altijd even fijn vindt. Wij zoeken uit wat haalbaar en draagbaar is.” Met als uiteindelijke doel: een economie zonder CO₂.
“Ik ben al lang gefascineerd door elektriciteit. Ik wou vroeger weten hoe centrales werken en hoe het elektriciteitsnet geconstrueerd is”, verklaart Marten zijn passie voor zijn onderzoeksdomein. Een passie die hem twee richtingen uitstuurde, want naast econoom is hij ook ingenieur.
“Na mijn ingenieursstudies volgde ik een master in de economie, het domein waarin ik later ook doctoreerde. Als energie-econoom ligt mijn allergrootste passie nog steeds bij die elektriciteit, dus concentreer ik me nu op de elektriciteitsmarkten. Vandaag hoort daar meer dan ooit wind en zon bij, net als warmtepompen én elektrische wagens.”
Het doel van je onderzoek is om na te gaan hoe we de energietransitie zo effectief, efficiënt en fair mogelijk kunnen uitvoeren. Hoe doe je dat?
Marten: “Energie-economen duiken graag diep in data van het verleden om zo te achterhalen hoe we het in de toekomst beter kunnen aanpakken. Bijvoorbeeld: hoe efficiënt is het Europese emissiehandelsysteem of welk effect hebben zon- en windenergie op ons elektriciteitssysteem? Hoe kan dat in de toekomst anders én beter? Verder werk ik ook met theoretische modellen. Startend vanuit basisprincipes zoals vraag en aanbod, onderzoek ik hoe beleidsinstrumenten, zoals subsidies en belastingen, bijdragen tot decarbonisatie in bepaalde sectoren. Een derde onderzoeksmethode is gestoeld op experimenten, die zijn meer gericht op particulieren.”
Over welke experimenten gaat het vooral?
“Het start met de vraag: hoe kunnen we mensen ervan overtuigen nóg meer te investeren in zon en wind? Zo onderzochten we in een randomized controlled trial de effecten van informatiecampagnes. We bestuderen nu ook het potentieel van burgerparticipatie. Wat betekent het voor een burger wanneer hij aandelen bezit van een offshore windmolenpark? Want hoe actiever hij aan die overgang naar duurzaamheid deelneemt, hoe meer hij bijdraagt aan het versterken en stabiliseren van de markt van groene energie.
Daarnaast hebben we deze winter samen met ingenieurs een experiment lopen waarbij we particulieren proberen te sturen bij het in- en uitschakelen van hun warmtepomp. De warmtepompen worden vanop afstand een paar uur uitgezet; via een app kunnen de deelnemers laten weten wanneer het te koud wordt. ‘Zet die pomp terug aan!’ (lacht) In een gelijkaardig experiment trachten we mensen te sturen in de momenten waarop ze hun elektrische wagen opladen. We willen achterhalen hoe groot de flexibiliteit is en wat de mogelijkheden zijn. Maar ook: hoe kunnen we burgers ertoe aanzetten om alle mogelijkheden van hun waterpomp en elektrische auto zo goed mogelijk te benutten.”
Volgens de Europese Unie moet de economie volledig CO₂-neutraal zijn tegen 2050. Is dat volgens jou haalbaar?
“Ja, maar dat wil niet zeggen dat er dan geen uitstoot meer mag zijn. Alleen moet die gecompenseerd worden. We hebben de technische kennis om tot bijna nul CO₂-uitstoot te geraken. Alle bouwstenen liggen klaar om snel tot 80 tot 90 procent minder CO₂ te gaan. Al worden de laatste procentjes wél nog een uitdaging. Veel zal afhangen van de daadkracht van regeringen en overheden om de plannen van de Europese Green Deal écht uit te voeren.”
Want die plannen zijn zinvol?
“Ik vind van wel. De Green Deal is zeer ambitieus, gelukkig heeft de Europese Commissie de goede gewoonte om dat soort van strategieën altijd goed te onderbouwen. Ze doet daarvoor niet alleen een beroep op haar eigen onderzoekscentra, maar ook op academische partners. De voornaamste strategie van de Green Deal is: electrify everything, zorg ervoor dat alles op elektriciteit loopt. Met daaraan gekoppeld: decarbonize electricity, maak die elektriciteit CO₂-neutraal. De eerste stap in de praktische uitvoering is het vervangen van auto’s op diesel of benzine door elektrische wagens, en boilers op gas of stookolie door warmtepompen. Ook de industrie moet gas vervangen door elektriciteit. De tweede stap is de installatie van veel zonnepanelen en windmolens, met daaraan gekoppeld batterijen en vraagflexibiliteit.”
Dat klinkt eenvoudig, maar is het niet?
“Het grote probleem met elektriciteit is dat vraag en aanbod elke seconde aan elkaar gelijk moeten zijn. Met zon en wind is dat niet vanzelfsprekend, want ze zijn niet altijd op elke locatie zomaar voorhanden. Al is er over heel de planeet wél altijd voldoende zon en wind. Vraag en aanbod moeten alleen met elkaar in overeenstemming gebracht kunnen worden. Gelukkig kunnen we door elektrische wagens en warmtepompen flexibel te gebruiken de grootste onbalansen al opvangen. Langere periodes van onbalans vangen we dan op door verbindingen aan te leggen met buurlanden, door stockage te bouwen in de vorm van batterijen, en door het gebruik van waterstof en andere e-fuels.”
Warmtepompen en elektrische wagens zijn natuurlijk wel duur?
“Beiden zijn de laatste jaren al sterk gedaald in prijs. Tegen 2025 zouden elektrische wagens evenveel kosten als wagens met een verbrandingsmotor, terwijl ze minder kosten in onderhoud en verbruik. Voor warmtepompen is het iets complexer, maar normaal is een warmtepomp goedkoper in verbruik dan een gasketel, als de belastingen op gas en elektriciteit eerlijk verdeeld zijn. In veel Europese landen is de warmtepomp al goedkoper in verbruik en ook in ons land kan dat snel zo zijn.”
Het glas is eerder halfvol dan halfleeg als je naar de toekomst kijkt?
“Mijn oudste dochter is 5. In 2050 is ze 33, even oud als ik nu. Als de plannen van de Europese Unie lukken, leeft zij tegen die tijd in een volledig CO₂-neutrale economie. Dat is een grote uitdaging, maar ik ben redelijk optimistisch over de toekomst. Steeds meer mensen en bedrijven installeren zon en wind, verminderen hun energieverbruik en omarmen technologieën zoals warmtepompen. Ik merk dat mijn studenten zeer geëngageerd zijn over thema’s als milieu, klimaat en energie. Dat stemt me hoopvol.”
Hoe draag jij zelf een steentje bij voor een CO₂-neutraal 2050?
“We hebben het voorbije jaar ons huis grondig verbouwd, met buitenmuurisolatie en zonnepanelen. We hebben geen auto. Dat kan omdat we aan de rand van de stad wonen, vlakbij het station. We doen met onze drie jonge kinderen zowat alles met de fiets. Dat is niet alleen om het klimaat te redden hoor, fietsen maakt me ook gewoon oprecht gelukkig.”
Lees ook
Wat doet een bio-econoom? “Ik streef naar een milieuvriendelijke economie”
De komende 25 jaar zijn cruciaal in de omschakeling van een fossiele economie naar een circulaire bio-economie. Onderzoeker Pieter Nachtergaele maakt er zijn levenswerk van om dat mee waar te maken.
Studenten geneeskunde sensibiliseren voor een meer duurzame zorgsector
Als de gezondheidssector een land was, dan was het de vierde grootste uitstoter ter wereld. Dat is groter dan die van de luchtvaart. Een duurzamer gezondheidslandschap staat dan ook hoog op de agenda bij de faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen en haar studenten.
Tips voor een duurzamere vakantie: huur of deel vakantiespullen
Volop je vakantie aan het voorbereiden? Dan heb je waarschijnlijk ook een lijstje met alle dingen die je nodig hebt om op reis te vertrekken. Zelf aankopen kan, maar er bestaan ook duurzamere strategieën om je vakantiespullen te verzamelen.
Onderzoeker ontwikkelt simulatietool voor meer duurzame veehouderij
Het energiegebruik in de veehouderij kan veel duurzamer. Onderzoeker Manon Everaert ontwikkelt een simulatietool waarmee veehouders de baten kunnen berekenen van verschillende duurzame energietechnieken.